Op woensdag 5 november ondertekenden 14 ketens in de bouwmaterialenindustrie, diverse brancheverenigingen en de ministeries van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), Klimaat en Groene Groei (KGG) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) het Bouwmaterialenakkoord. In dit akkoord staan afspraken die de bouwsector helpen om voor te bereiden op Europese regelgeving en haar ambities te realiseren om de uitstoot te verlagen, de beschikbaarheid van grondstoffen te vergroten en milieuschadekosten in de materiaalketens zo veel mogelijk te vermijden. Dit draagt bij aan een gezonde leefomgeving en verkleint de afhankelijkheid van niet-Europese landen.
Waarom is dit akkoord nu nodig?
De bouw-, renovatie- en verduurzamingsopgave leiden tot een groeiende vraag naar grondstoffen en materialen. Deze opgave heeft een substantiële impact op het milieu. Daarnaast zorgen Europese regelgeving, geopolitieke spanningen, internationale concurrentie en klimaatverandering voor een versterkte prijsontwikkeling van bouwmaterialen. Daarom is nu het moment voor de Rijksoverheid en de Nederlandse bouwmaterialenindustrie om samen op te trekken om zich hierop voor te bereiden.
Bovendien is deze samenwerking essentieel om de klimaatdoelstellingen en doelstellingen van het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) te behalen. Het akkoord draagt bij aan een circulaire bouweconomie, waarin secundaire grondstoffen beter beschikbaar zijn, het gebruik van primaire grondstoffen afneemt, afval wordt geminimaliseerd en de afhankelijkheid van niet-Europese landen wordt verminderd.
Wat zijn de doelen?
De ondertekenaars van het akkoord committeren zich aan de volgende doelen:
1. Reduceren van milieu-impact en emissies.
2. Verminderen van afhankelijkheid van niet-Europese landen voor grondstoffen en materialen.
3. Creëren van randvoorwaarden die de verduurzaming van de (producerende) bouwmaterialenindustrie bevorderen.
Ambities en acties
Elke materiaalketen heeft een routekaart opgesteld met ambities en acties die bijdragen aan het behalen van de doelen van het akkoord. Het Rijk en de brancheverenigingen ondersteunen de materiaalketens bij het opstellen en uitvoeren van de routekaarten, en zetten zich in om de daarin opgenomen ambities te realiseren.
De materiaalketens die op 5 november 2025 het bouwmateriaalakkoord hebben ondertekend zijn: beton, cement, staal, vlakglas, hout, keramiek, kunststof, PUR/PIR, EPS (polystyreen), minerale wol, kalkzandsteen, gips, installaties en gevels. Voor de brancheverenigingen zijn dit: NVTB (toeleverende bouwmaterialenindustrie), Bouwend Nederland (bouw- en infrabedrijven), FME (technologische industrie), Veras (sloopaannemers), Vereniging Afvalbedrijven (afval- en recyclebedrijven) en BRBS Recycling (recycleketen).
De bouwmaterialenindustrie laat hiermee zien klaar te zijn voor een toekomst waarin duurzaamheid, circulariteit en weerbaarheid centraal staan.
Aan de slag met de uitvoering
Met het akkoord als stevige basis gaan de betrokken partijen aan de slag met de uitvoering. Routekaarten worden opgesteld of verder uitgewerkt, samenwerkingen worden geformaliseerd en verschillende acties zoals verkenningen en onderzoeken worden in gang gezet. Daarnaast wordt ook de monitoringsstrategie verder uitgewerkt, om te monitoren op de doelen en afspraken die in het akkoord zijn gemaakt.
